22 september 2020

Albumrecensie Trentemøller – ‘Obverse’: Koel, kil, duister. Doch beminnelijk

-

Advertentie

De Deense elektronische producer Anders Trentemøller bracht op 27 september zijn nieuwste studioalbum ‘Obverse’ uit. De plaat is een terugkeer naar de elektronische sound van iconisch debuut ‘The Last Resort’

De in Kopenhagen gebaseerde Anders Trentemøller maakte in de jaren ’90 deel uit van tal van indie rock projecten. In 2006 maakte de man de overstap naar elektronica met zijn iconische debuutplaat ‘The Last Resort’. In de jaren hierop volgend experimenteerde de man verder met zijn sound op verschillende langspelers, met in 2013 ‘Lost’ en in 2016 ‘Fixion’ als resultaat.

Het is daarmee ondertussen al drie jaar geleden dat Trentemøller een volledig nieuwe langspeler uitbracht. Waar ‘Fixion’ nog gewag maakte van een synthpop geïnspireerde plaat keert de man op ‘Obverse’ terug naar het prille begin. De plaat bouwt ongetwijfeld verder op de fundamenten van ‘The Last Resort’, maar pikt volgens Trentemøller de draad ook op na ‘Fixion’.

“It’s in the subtle clashes of feelings and tonal contradictions that I often find the pure inspiration.” – Trentemøller

Opener ‘Cold Comfort’ toont meteen wat voor fijns je kan verwachten. De minimal sound die Trentemøller creëerde in combinatie met de vocals van Rachel Goswell van de Britse rockband Slowdive brengen je naar hogere sferen. De track opent mystiek, bij momenten zelfs duister, maar weet op andere momenten zo’n sterke contrasten te maken, zonder ooit maar uit de toon te vallen. Scherp. Detail. Gelaagd.

‘Church Of Trees’ bouwt verder op deze minimalistische tonen, maar regenereert zich in ware Trentemøller’ stijl door de toevoeging van de in reverb badende synths. Een verslaven, toxische dromerigheid. ‘In The Garden’ roept dan weer melancholie en tristesse op. Vergeet de lyrics en oordeel. “Music is often impelled by lyrics. In this case, the lyrics were undoubtedly compelled by the music,” aldus Anders Trentemøller.

Kosmisch, duister ‘Blue September’

Ander hoogtepunt op deze is ongetwijfeld het kosmisch, duister klinkende ‘Blue September’. Een track die voortgestuwd wordt door zijn contrasten. Deze brengt in extase. ‘One Last Kiss To Remember’ kent dan weer één van de gewaagdste intro’s van deze plaat. Waar je de ene seconde nog drums hoort, bereikt een seconde later een wervelwind van gitaarklanken je gehoorgang. Voor sommigen misschien iets té hard en té luid. Al maakt het vervolg van deze track dat dubbel en dik goed. We overdrijven niet als we zeggen dat deze je op een tocht voorbij point no return brengt. Damn. Alsof je even onder hypnose gaat. Bijna geestverruimend.

‘Try A Little’ is dan weer een amusant buitenbeentje op deze ‘Obverse’. De song met vocals van Jennylee van Warpaint brengt een portie vreugdevolle geluiden op deze langspeler. Denk aan het enthousiaste straaltje licht tussen duistere, kille wolken. Een fijn tussendoortje. Afsluiter van dienst is ‘Giant’. Een heerlijk instrumentale track. Duister, Scandinavisch koel, maar toch beminnelijk. Wat ons betreft een geslaagde plaat deze ‘Obverse’.